Vocabulaire

het vliegdekschip

le porte-avions

de munitie

la munition

het harnas

l‘armement (m.)

het leger

l‘armée (f.)

de arrestatie

l‘arrestation (f.)

de atoombom

la bombe atomique

de aanval

l‘attaque (f.)

het prikkeldraad

les barbelés (m. pl.)

de ontploffing

l‘explosion (f.)

de bom

la bombe

het kanon

le canon

de cassette

la cartouche

het wapen

le blason

de verdediging

la défense

de vernietiging

la destruction

de bestrijding

la lutte

de jachtbommenwerper

le chasseur-bombardier

het gasmasker

le masque à gaz

de wacht

la garde

de handgranaat

la grenade à main

de handboeien

les menottes (f. pl.)

de helm

le casque

de mars

la marche

de medaille

la médaille

het leger

l‘armée (f.)

de marine

la marine

de vrede

la paix

de piloot

le pilote

het pistool

le pistolet

de revolver

le revolver

het geweer

le fusil

de raket

la fusée

de schutter

le tireur

het schot

le tir

de soldaat

le soldat

de onderzeeër

le sous-marin

de bewaking

la surveillance

het zwaard

l‘épée (f.)

de tanker

le char (d‘assaut)

de uniform

l‘uniforme (m.)

de overwinning

la victoire

de winnaar

le vainqueur