Nederlands » Tsjerkesisch | 94 [vierennegentig] | Voegwoorden 1

94 [тIокIиплIырэ пшIыкIуплIырэ] Зэпххэр 1

94 [tIokIiplIyrje pshIykIuplIyrje] Zjephhjer 1

Wacht tot het ophoudt met regenen.	Ощхыр теуфэ еж.; Oshhhyr teufje ezh.
Wacht tot ik klaar ben.	Зыкъэсэгъэхьазырыфэ къысаж.; Zykjesjegjeh'azyryfje kysazh.
Wacht tot hij terugkomt.	КъэкIожьыфэ еж.; KjekIozh'yfje ezh.
Ik wacht tot mijn haar droog is.	Сшъхьац огъушъыжьыфэ сежэ.; Sshh'ac ogushyzh'yfje sezhje.
Ik wacht tot de film afgelopen is.	Фильмэр къеухыфэ сежэ.; Fil'mjer keuhyfje sezhje.
Ik wacht tot het stoplicht groen is.	Гъозэнэфыр уцышъокIэ зыкъызэблехъуфэ сежэ.; Gozjenjefyr ucyshokIje zykyzjeblehufje sezhje.
Wanneer ga je op vakantie?	Сыдигъуа гъэпсэфакIо узежьэрэр?; Sydigua gjepsjefakIo uzezh'jerjer?
Nog voor de zomervakantie?	Гъэмэфэ каникулхэр къэмысхэза?; Gjemjefje kanikulhjer kjemyshjeza?
Ja, nog voor de zomervakantie begint.	Ары, гъэмэфэ каникулхэм якъэсыгъом.; Ary, gjemjefje kanikulhjem jakjesygom.
Repareer het dak voor de winter begint.	КIымафэр къэмысзэ, унашъхьэр гъэцэкIэжь.; KIymafjer kjemyszje, unashh'jer gjecjekIjezh'.
Was je handen voor je aan tafel gaat.	Iанэм упэтIысхьаным ыпэкIэ пIэхэр тхьакIых.; Ianjem upjetIysh'anym ypjekIje pIjehjer th'akIyh.
Doe het raam dicht voor je naar buiten gaat.	Унэм уикIын хъумэ, шъхьангъупчъэр фэшI.; Unjem uikIyn humje, shh'angupchjer fjeshI.
Wanneer kom je naar huis?	Сыдигъо унэм укъихьажьыщта?; Sydigo unjem ukih'azh'yshhta?
Na de les?	Еджэгъум ыужа?; Edzhjegum yuzha?
Ja, nadat de lessen afgelopen zijn.	Ары, еджэгъур къызысыухкIэ.; Ary, edzhjegur kyzysyuhkIje.
Nadat hij een ongeluk gehad had, kon hij niet meer werken.	ТхьамыкIагъом ыуж ащ Iоф ышIэн ылъэкIыжьыщтыгъэп.; Th'amykIagom yuzh ashh Iof yshIjen yljekIyzh'yshhtygjep.
Nadat hij zijn baan kwijt was, is hij naar Amerika gegaan.	IофшIэнынчъэу къызэнэм, ар (хъулъфыгъ) Америкэм кIожьыгъэ.; IofshIjenynchjeu kyzjenjem, ar (hulfyg) Amerikjem kIozh'ygje.
Nadat hij naar Amerika gegaan was, is hij rijk geworden.	Америкэм зэкIожьым, ар (хъулъфыгъ) баи хъугъэ.; Amerikjem zjekIozh'ym, ar (hulfyg) bai hugje.

Taal en Wiskunde

Denken en taal behoren samen. Ze gaan elkaar wederzijds beïnvloeden. De taalkundige structuren karakteriseren de structuren van ons denken. In sommige talen zijn er bijvoorbeeld geen woorden voor getallen. De sprekers kunnen het concept van de nummers niet begrijpen. Ook wiskunde en talen behoren op een of andere manier bij elkaar. Grammaticale en wiskundige structuren zijn vaak gerelateerd. Sommige onderzoekers geloven ook dat ze soortgelijke verwerking hebben. Ze denken dat het talencentrum ook voor de wiskunde verantwoordelijk is. De hersenen kunnen daarbij helpen om berekeningen uit te voeren. Recente onderzoeken komen echter tot een andere conclusie. Ze tonen aan dat onze hersenen de wiskunde zonder taal verwerkt. Onderzoekers hebben drie mannen onderzocht. De hersenen van deze personen waren beschadigd. Daardoor werd ook het taalcentrum beschadigd. Tijdens het spreken hadden de mannen grote problemen. Ze konden geen eenvoudige zinnen meer opstellen. Ook woorden konden ze niet begrijpen. Na de spraaktest moesten de mannen wiskundige problemen oplossen. Sommige van deze wiskundige puzzels waren erg complex. Toch konden de testpersonen het oplossen! Het resultaat van dit onderzoek is interessant. Het laat zien dat wiskunde niet met woorden gecodeerd zijn. Mogelijk hebben taal en wiskunde dezelfde basis. Beide worden vanuit hetzelfde centrum verwerkt. Wiskunde hoeft echter niet eerst in een taal worden vertaald. Misschien ontwikkelen taal en wiskunde zich ook samen... Wanneer de hersenen klaar zijn, bestaan ze onafhankelijk van elkaar!