Nederlands » Sloveens | 59 [negenenvijftig] | Op het postkantoor

59 [devetinpetdeset] Na pošti (Na poštnem uradu)

Waar is het dichtstbijzijnde postkantoor?	Kje je najbližja pošta?
Is het ver naar het volgende postkantoor?	Je daleč do najbližje pošte?
Waar is de dichtstbijzijnde brievenbus?	Kje je najbližji poštni nabiralnik?
Ik heb een paar postzegels nodig.	Potrebujem dve znamki.
Voor een kaart en een brief.	Za razglednico in za pismo.
Hoe duur is de port naar Amerika?	Koliko znaša poštnina v Ameriko?
Hoe zwaar is dat pakket?	Kako težak je paket?
Kan ik het per luchtpost sturen?	Lahko to pošljem letalsko?
Hoe lang duurt het voor het aankomt?	Koliko časa traja, da prispe?
Waar kan ik telefoneren?	Kje lahko telefoniram?
Waar is de dichtstbijzijnde telefooncel?	Kje je najbližja telefonska celica?
Heeft u telefoonkaarten?	Ali imate telefonsko kartico?
Heeft u een telefoonboek?	Ali imate telefonski imenik?
Kent u het landnummer van Oostenrijk?	Ali poznate številko za Avstrijo?
Een ogenblik, ik zoek het op.	Samo trenutek, da pogledam.
De lijn is steeds bezet.	Linija je vedno zasedena.
Welk nummer heeft u gekozen?	Kakšno številko ste zavrteli?
U moet eerst een nul kiezen!	Najprej morate zavrteti nič!

De moedertaal blijft altijd de belangrijkste taal

Onze moedertaal is de eerste taal die we leren. Dit gebeurt onbewust en we merken het niet. De meeste mensen hebben maar één moedertaal. Alle andere talen worden als vreemde talen geleerd. Natuurlijk zijn er ook mensen die met meerdere talen opgroeien. Zij spreken deze talen toch minder goed. Vaak worden de talen ook anders gebruikt. De ene taal wordt bijvoorbeeld op het werk gesproken. En de andere wordt thuis gebruikt. Hoe goed we een taal spreken hangt van verschillende factoren af. Als jonge kinderen leren ze meestal zeer goed. Onze taalcentrum is in deze levensjaren het meest effectief. Ook is het van groot belang hoe vaak we een taal spreken. Hoe meer we ze gebruiken, des te beter spreken we het uit. Onderzoekers zijn echter van mening dat we geen twee talen even goed kunnen leren. Eén taal blijft altijd de belangrijkste taal. Experimenten schijnen deze hypothese te kunnen bevestigen. Voor een onderzoek werden verschillende personen getest. Een deel van de testpersonen spraken twee talen vloeiend. Ze hadden Chinees als moedertaal en Engels als tweede taal De andere helft van de testpersonen spraken alleen Engels als moedertaal. Deze testpersonen moesten eenvoudige opdrachten in het Engels oplossen. Daarbij werden de activiteit van de hersenen gemeten. En het ging verschillen in de hersenen van de proefpersonen aantonen! Bij de meertaligen was één hersengebied bijzonder actief. De eentalige mensen vertoonden echter geen activiteit in dit gebied. Beide groepen hebben de taken even snel en goed opgelost. Toch hebben de Chinezen alles nog in hun moedertaal vertaald...