Nederlands » Oekraïens | 75 [vijfenzeventig] | iets verklaren 1

75 [сімдесят п’ять] Щось обґрунтовувати 1

75 [simdesyat pʺyatʹ] Shchosʹ obgruntovuvaty 1

Waarom komt u niet?	Чому ви не приходите?; Chomu vy ne prykhodyte?
Het weer is zo slecht.	Погода дуже погана.; Pohoda duzhe pohana.
Ik kom niet, omdat het weer zo slecht is.	Я не прийду, тому що погода погана.; YA ne pryy̆du, tomu shcho pohoda pohana.
Waarom komt hij niet?	Чому він не приходить?; Chomu vin ne prykhodytʹ?
Hij is niet uitgenodigd.	Він не запрошений.; Vin ne zaproshenyy̆.
Hij komt niet, omdat hij niet is uitgenodigd.	Він не прийде, тому що він не запрошений.; Vin ne pryy̆de, tomu shcho vin ne zaproshenyy̆.
Waarom kom je niet?	Чому ти не приходиш?; Chomu ty ne prykhodysh?
Ik heb geen tijd.	Я не маю часу.; YA ne mayu chasu.
Ik kom niet, omdat ik geen tijd heb.	Я не прийду, тому що я не маю часу.; YA ne pryy̆du, tomu shcho ya ne mayu chasu.
Waarom blijf je niet?	Чому ти не залишаєшся?; Chomu ty ne zalyshayeshsya?
Ik moet nog werken.	Я повинен / повинна ще працювати.; YA povynen / povynna shche pratsyuvaty.
Ik blijf niet, omdat ik nog moet werken.	Я не залишаюся, тому що я повинен / повинна ще працювати.; YA ne zalyshayusya, tomu shcho ya povynen / povynna shche pratsyuvaty.
Waarom gaat u al weg?	Чому ви вже йдете?; Chomu vy vzhe y̆dete?
Ik ben moe.	Я втомлений / втомлена.; YA vtomlenyy̆ / vtomlena.
Ik ga weg, omdat ik moe ben.	Я йду, тому що я втомлений / втомлена.; YA y̆du, tomu shcho ya vtomlenyy̆ / vtomlena.
Waarom vertrekt u al?	Чому ви вже їдете?; Chomu vy vzhe ïdete?
Het is al laat.	Вже пізно.; Vzhe pizno.
Ik vertrek, omdat het al laat is.	Я їду, тому що вже пізно.; YA ïdu, tomu shcho vzhe pizno.

Gebaren helpen de woordenschat te leren

Als we de woordenschat leren moeten onze hersenen een hoop werk verrichten. Het moet elk nieuw woord opslaan. U kunt echter ook de hersenen bij het leren ondersteunen. Dit werkt door de gebaren. Gebaren helpen onze geheugen. Het kan beter woorden onthouden bij het verwerken van de gebaren. Dat heeft een onderzoek duidelijk aangetoond. Onderzoekers lieten testpersonen de woordenschat leren. Deze woorden bestonden niet echt. Ze behoorden tot een kunstmatige taal. Sommige woorden werden door de testpersonen met gebaren bijgebracht. Dat wil zeggen dat de testpersonen niet alleen de woorden gingen horen en lezen. Door de gebaren werden ook de betekenissen van woorden nagebootst. Tijdens het leren werden hun hersenactiviteit gemeten. Hier kwamen de onderzoekers tot een grote ontdekking. Bij het leren van woorden met gebaren waren verschillende gebieden van de hersenen actief. Afgezien van het talencentrum toonde ook de sensomotorische gebieden activiteiten. Deze extra hersenactiviteit heeft invloed op ons geheugen. Bij het leren met gebaren vormen complexe netwerken. Deze netwerken gaan het nieuwe woord in verschillende gebieden van de hersenen opslaan. Zo konden de woorden efficiënter worden verwerkt. Als we ze willen gebruiken gaat onze hersenen de woorden sneller vinden. Ook worden ze beter opgeslagen. Maar het is ook van groot belang dat de gebaren met het woord is gekoppeld. Onze hersenen herkennen het woord en gebaar als ze niet bij elkaar passen. De nieuwe bevindingen kunnen leiden tot nieuwe methoden in het onderwijs. Mensen die weinig kennis van talen hebben, leren vaak langzamer. Misschien leren ze gemakkelijker wanneer ze de woorden lichamelijk imiteren...