50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Beginner:


12/04/2024
2
0
0:00 sec
Yes

Testen 2

Willekeurig
Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!
1.wij beidennosotros / dos  
2.De vrouw houdt van sinaasappel- en grapefruitsap.A la mujer le gusta zumo de naranja y el zumo de pomelo.  
3.Wie maakt de ramen schoon?¿Quién limpia ventanas?  
4.Ik wil graag naar het centrum van de stad. gustaría ir al centro de la ciudad.  
5.Hoe kom ik bij het station?¿Cómo se va a estación?  
6.Ik wil graag iets zonder vlees. algo sin carne.  
7.Wanneer begint de rondleiding?¿ empieza la visita guiada?  
8.Neem je zonnebril mee.Lleva las gafas de (contigo).  
9.Waar is de juweliersafdeling?¿En dónde está el departamento de ?  
10.Ik heb een ring en oorbellen nodig.(Yo) necesito un anillo y unos pendientes / (am.).  
nosotras
el
las
Me
la
Querría
Cuándo
sol
joyas
aretes