50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Beginner:


04/18/2025
2
0
0:00 sec
Yes

Testen 2

Willekeurig
Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!
1.wij beiden / nosotras dos  
2.De vrouw houdt van sinaasappel- en grapefruitsap.A la mujer le gusta el zumo de naranja y el zumo de .  
3.Wie maakt de ramen schoon?¿ limpia las ventanas?  
4.Ik wil graag naar het centrum van de stad.Me gustaría al centro de la ciudad.  
5.Hoe kom ik bij het station?¿ se va a la estación?  
6.Ik wil graag iets zonder vlees.Querría algo carne.  
7.Wanneer begint de rondleiding?¿Cuándo empieza la visita ?  
8.Neem je zonnebril mee.Lleva las gafas de (contigo).  
9.Waar is de juweliersafdeling?¿ dónde está el departamento de joyas?  
10.Ik heb een ring en oorbellen nodig.(Yo) necesito un y unos pendientes / aretes (am.).  
nosotros
pomelo
Quién
ir
Cómo
sin
guiada
sol
En
anillo