50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Osnovni:


04/30/2025
1
0
0:00 sec
Yes

Testi 1

0/10

Kliknite na besedo!
1.jaz in tiik jij  
2.ena, dva, tri , twee, drie  
3.Otroci imajo radi kakav in jabolčni sok.Het kind houdt van chocolademelk en .  
4.Posoda je umazana.De afwas is .  
5.Rad bi šel / Rada bi šla na letališče.Ik graag naar de luchthaven.  
6.Bi rad(a) svinjino?Houd van varkensvlees?  
7.Kje je avtobusna postaja?Waar is de ?  
8.Kje je grad?Waar is kasteel?  
9.Vzemi s sabo kremo za sončenje.Neem zonnecrême .  
10.Potrebujem vrtalnik in izvijač.Ik een boormachine en een schroevendraaier nodig.  
en
een
appelsap
vuil
wil
je
bushalte
het
mee
heb