50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Osnovni:


07/27/2025
1
0
0:00 sec
Yes

Testi 1

0/10

Kliknite na besedo!
1.jaz in tiik jij  
2.ena, dva, trieen, twee,  
3.Otroci imajo radi kakav in jabolčni sok.Het kind houdt van en appelsap.  
4.Posoda je umazana. afwas is vuil.  
5.Rad bi šel / Rada bi šla na letališče.Ik wil graag naar de .  
6.Bi rad(a) svinjino?Houd je varkensvlees?  
7.Kje je avtobusna postaja? is de bushalte?  
8.Kje je grad?Waar is kasteel?  
9.Vzemi s sabo kremo za sončenje.Neem mee.  
10.Potrebujem vrtalnik in izvijač.Ik heb een boormachine en schroevendraaier nodig.  
en
drie
chocolademelk
De
luchthaven
van
Waar
het
zonnecrême
een